Een ping-pong tafel, gratis lunch, een park in de buurt om te kunnen hardlopen na werk, en het liefst natuurlijk een kroeg op loopafstand voor een goede VrijMibo. Tja, dat willen we allemaal wel. Maar zijn dit nou de doorslaggevende factoren die bepalen of jij wel of niet voor de baan gaat? 

Probeer die leuke perks even links te laten liggen en kijk vooral naar de fysieke werkomgeving die ervoor gaat zorgen dat jij jouw werk beter kunt doen.

Als ik naar mezelf kijk dan ben ik bijvoorbeeld iemand die veel daglicht nodig heeft. Zonder licht kan ik mij minder goed concentreren en ben ik minder energiek. Ook wil ik niet op een verlaten industrieterrein werken waar je niet makkelijk met het OV kunt komen. Bovendien vind ik zo’n type terrein ook weinig inspirerend…

Nou en zo heb jij ook weer allerlei verwachtingen van een werkomgeving waar jij graag werkt.

Bolles heeft wederom een mooi model bedacht waarop jij jouw wensen kunt plotten. Net als bij de oefening van dag 1 begin je met het in kaart brengen van de werk condities waar jij niet blij van werd en buig je deze tenslotte om naar de condities waar jij wel blij van wordt.

Oefening: blik terug op je vorige werk en ga na wat je níet daar niet fijn vond

Stap 1: Breng in kaart waar je tot nu toe gewerkt hebt. Schrijf ongeveer drie organisaties op.

Stap 2: Als je terugkijkt naar de werk condities binnen deze organisaties, wat stond jou nou echt tegen? Wat waren aspecten die ervoor zorgden dat jij minder goed je werk kon doen? Of minder plezier had in je werk?

Ik schreef hier bijvoorbeeld dat ik niet hou van donkere ruimtes met weinig daglicht. Ook wil ik liever niet in een ouderwetse omgeving werken waarbij ik het gevoel heb dat we terug gaan in de tijd. 

Nou zo heb jij vast ook een beeld voor je van plekken waar jij in het verleden gewerkt hebt die niet zo goed aansloten bij jouw persoonlijkheid.

Stap 3: Het is weer tijd om te prioriteren! In het boek van Bolles heb je een oefening om de werkcondities die jou het meest tegenstaan op volgorde van prioriteit te zetten. Het alternatief is om gewoon zelf een top 5 te maken. Schrijf nu dus op wat de top 5 werk condities zijn waar jij het minst goed in functioneert.

Stap 4: Nu wordt het tijd om de negatieve omschrijvingen weer positief om te buigen. Als je jouw top 5 zou ombuigen in positieve omschrijvingen van jouw ideale werk omgeving. Wat zouden deze dan zijn?

• Veel daglicht
• Modern interieur
• Open ruimtes waar iedereen bij elkaar zit
• Etc.

Nu weet je de ideale condities waaronder jij werkt. Het spreekt voor zich dat een werkomgeving natuurlijk niet aan al jouw verwachtingen kan voldoen. Dus gebruik dit lijstje meer als een richtlijn dan een strikt eisenpakket.

Gefeliciteerd! Het tweede onderdeel van de bloem heb je volbracht.

Als je dit hebt gedaan dan hebt dan ben je klaar voor artikel 3 in deze serie. ?Hoofdstuk 3: waar ben jij goed in??

Groetjes,
Marjolein , oprichter The Jobfitters

PS. Ik ben benieuwd, wat zijn belangrijke omstandigheden voor jou op het werk? In wat voor omgeving functioneer jij op je best? Laat het mij in een reactie hieronder weten!